zondag 29 januari 2017

... en heel je hart


Vanochtend werd ik wakker met een heel negatief gevoel. Vandaag werd ik wakker met het gevoel dat er een gat in mijn hart zit, een wond, een zwart gat. Ofschoon ik altijd ervan uit ga dat vrijwel alle mensen van binnen goed zijn, voelt het alsof ik ergens diep van binnen heel slecht ben. En dat leidt tot allerlei negatieve gedachten.

Ik ben hiermee aan de slag gegaan door een tekening te maken met waterverf van hoe ik mijn hart zie, hoe het aanvoelt: een rood hart met een zwart gat, een soort spleet, een wond waar het donker is, die zich binnen vreet in mijn gevoel, in mijn wezen.

Ik vraag me af hoe ik hiermee om kan gaan. Ik probeer de zwartheid weg te drukken, de wond te laten genezen door hem kleiner te maken, samen te drukken, maar dat lijkt niet te lukken. Dan blijft hij bestaan en kan hij door etteren. Het lijkt alsof hiermee de tegenstelling tussen het zachte weefsel van het hart en de onvoorspelbaarheid van de wond in stand wordt gehouden.

Daarom probeer ik een andere manier te vinden. Het valt me op dat de scheiding tussen wond en weefsel vrij strikt is. Dit klopt niet helemaal. Het voelt meer als een soort kartelrand, die golft, soms meer soms minder van het hart wegneemt. Ik voeg water toe aan het zwart van de wond en ik zie dat hiermee het zwart zich iets meer verspreidt en vertakt in het rood. Het voelt als een gezwel dat zich langzaam uitbreidt. Toch is dit de weg die het moet gaan, denk ik: een versmelting van hart en wond, van goed en kwaad, geen scheiding maar eenheid.

Als ik meer water toevoegt, wordt de zwarte vlek groter, hij eet zich door het hart heen. Maar langzaam zie ik ook dat hij lichter wordt. Het zwart verdunt, het wordt langzaam allemaal wat lichter en beweeglijker. Wanneer ik nog meer water toevoeg, gaat de vloeistof spatten: er komen zwarte vlekken op verschillende plaatsen in het hart, maar ook daarbuiten. Er komt lucht, energie en vrolijkheid in het systeem. Er komt ruimte.


Als ik hiermee verder ga zie ik dat steeds meer vermenging en spetters ontstaan. Er is enthousiasme, uitbundigheid, opwinding, en alles doet mee. Het hart is niet meer egaal rood, maar een bonte mengeling van rood, zwart en wit in verschillende schakeringen. Misschien minder mooi esthetisch, maar wel een stuk interessanter dan voorheen, en zonder scherpe kantjes. Het beginpunt van het hart met de wond komt nu saai, strak en levenloos over. 

Ik voel dat deze tekeningen en deze belevenissen mij kunnen helpen om anders met de wond in mijn hart om te gaan.